Plant van de maand
- Publié le :
- 10 May 2016
- Catégorie :
- Geen onderdeel van een categorie
Kamerplanten in het wild
Iedereen kent zijn naam. Zodra hij genoemd wordt, dwalen onze gedachten direct af naar een wereld vol tropische bossen. Het gaat om een groene plant, soms erg groot en hij is erg geliefd in woonkamers over de hele wereld. Je hebt het al geraden, de plant van de maand is natuurlijk Philodendron. Hij behoort tot de familie van de Araceae (aronskelken), net als onze logoplant Anaphyllopsis americana.
De naam Philodendron stamt uit het Grieks en betekent ‘bomenvriend’. Het s afgeleid van zijn levenswijze: veel soorten leven epifytisch, dat wil zeggen op andere planten. In het Trésorreservaat zijn er meer dan twintig soorten Philodendron, waarvan enkele te zien zijn op het botanische pad. Zonder het hele geslacht de revue te laten passeren, volgen hier toch een paar soorten die je toch zou moeten kennen.
Philodendron cordatum en Philodendron scandens hebben hartvormige bladeren als je jong zijn, welke plat en spiraalsgewijs rondom de stammen van bomen aanliggen. De bladeren van Philodendron placidum klimmen recht omhoog. De lange bladeren van Philodendron insigne kunnen tot wel een meter lang worden. Nog zo’n grote soort is Philodendron melinonii. Hij is voorzien van gigantische, stevige, hartvormige bladeren.
Enkele van deze soorten zijn zojuist geplant rondom het entreegebouw van het reservaat. Rond het entreegebouw hebben we namelijk de kans om ze gemakkelijk ten toon te stellen. Op deze manier worden bezoekers vast voorzien van een teaser voor wat hen in het bos te wachten staat! Er is overigens nog een soort die de andere gezelschap houdt: Philodendron goeldii, net zo indrukwekkend qua grootte en gemakkelijk te herkennen aan zijn vertakte bladeren. Denk er aan even naar ze te knipogen als je er langs rijdt!
Sta ook even stil bij hun bloeiwijzen, want de vorm is erg karakteristiek. Ze zijn aangepast aan het lokken en vasthouden van de insecten die ze bestuiven. De mannelijke bloemen verhogen namelijk de temperatuur en verspreiden een zware, zoete lucht. Aan de basis van de bloeiwijze zitten de vrouwelijke bloemen. De gehele bloeiwijze verwordt tot een ‘bloemkamer’ waar insecten zich te goed kunnen doen aan eten en copulatie. Ondertussen worden de pollen van de mannelijke bloemen afgezet op de insecten, welke zo verspreid kunnen naar de volgende plant.