Monitoring van grote fauna

Onderzoek

In alle hoeken van het bos komen grote terrestrische, gewervelde dieren voor. Ze zijn echter moeilijk te observeren. De waarnemingen stellen vaak niet veel meer voor dan enkele voetafdrukken, deels aangevreten vruchten en sporen van uitwerpselen. Verscheidene onderzoeken en apparaten kunnen ons toch een inkijkje geven in de biologie van de grote fauna in het reservaat.

Kilometrische abundantie index (IKA)

Het is vertaald van het Franse indice kilométrique d’abondance. Deze onderzoeken worden al een paar jaar uitgevoerd in een groot deel van Frans-Guyana. Ze leveren gegevens op over de abundantie en de diversiteit van de fauna tijdens een vooraf gedefinieerde tijdsspan op een gegeven locatie. Door middel van de IKA-onderzoeken kunnen vergelijkingen worden gemaakt tussen verschillende geografische gebieden, evenals analyses uitgevoerd op eventuele trends per gebied.

Het protocol wil dat er een reeds gedefinieerd pad wordt gewandeld op lage snelheid. Ondertussen worden alle waarnemingen van grote zoogdieren en sommige jachtgevoelige vogels (met name tinamoes, trompetvogels en hoenderachtigen) genoteerd. De handeling wordt enkele dagen herhaald, zodat aan het eind van de monitoring 100 kilometer is gelopen. Na de monitoring, wordt de hoeveelheid waargenomen dieren uitgezet tegen de afstand die is afgelegd. Op deze manier komt een IKA tot stand. Het wordt uitgedrukt in aantal individuen per kilometer.

Het IKA-onderzoek begon in 2009 in Trésor. Het wordt iedere twee jaar uitgevoerd op twee transecten in het hart van het reservaat. Deze transecten zijn zo geplaatst, dat ze het maximum aantal typen ecosystemen doorkruisen (bergachtig bos, moerasbos, rivierbedding, etc.). Vroegere en huidige antropogene verstoringen in en rond beschermd gebied hebben ervoor gezorgd dat populaties van grote dieren in kleinere dichtheden voorkomen. Er is een aanzienlijk verschil tussen verstoorde gebieden en controle transecten. Het valt op dat in het reservaat de bosduivel (Ateles paniscus) vrijwel afwezig is. Daarnaast zijn de recente contacten met hokko’s (Crax alector) zeer schaars. Beide soorten zijn erg charismatisch, maar tegelijkertijd erg vatbaar voor antropogene verstoring in de vorm van bijvoorbeeld jacht en habitatfragmentatie.

Capucin brun - Cebus apella © RNR Trésor

Bruine kapucijnaap (Cebus apella) © RNR Trésor

Cameravallen

Een andere manier om schuwe soorten te bestuderen is het toenemende gebruik van cameravallen. Deze apparaten nemen foto’s van alle dieren die er een passeren. Dat zijn voornamelijk katachtigen, tapirs, pekari’s en hokko’s. De camera is uitgerust met een infraroodflits. De cameravallen lijken de beesten niet te verstoren en heel soms zijn ze zelfs nieuwsgierig naar wat zich in het doosje bevindt.

Cameravallen zijn tevens buitengewoon handig voor het vastleggen van nachtactieve fauna, omdat deze niet worden meegenomen in IKA’s. Soms wordt er zelfs een onbekende soort op waargenomen, hetgeen gelijk een beetje ecologische oplevert. Een van de opmerkelijkste recente voorbeelden is de ontdekking van de krabbenetende wasbeer (Procyon cancrivorius) in de Kawregio. Er werd altijd gedacht dat hij niet voorkwam buiten mangroves en de beddingen van grote rivieren.

Het Trésorteam heeft recentelijk een serie foto’s verkregen die verrassende resultaten lieten zien. Het aantal bezoeken van de grote Guyanese fauna is voorheen significant onderschat.

Tapir pris au piège photo - Tapirus terrestris © RNR Trésor

Laaglandtapir gefotografeerd met een cameraval (Tapirus terrestris) © RNR Trésor

 

Collectivité Territoriale de Guyane
Stichting Trésor